Ben Ali Libi
Op een lijst van artiesten, in de oorlog vermoord, staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord, dus keek ik er met verwondering naar: Ben Ali Libi. Goochelaar. Met een lach en een smoes en een goocheldoos en een alibi dat-ie zorgvuldig koos, scharrelde hij de kost bij elkaar: Ben Ali Libi, de goochelaar. Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost dat Nederland nodig moest worden verlost van het wereldwijd joods-bosjewistisch gevaar. Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar. Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt, kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt. Er stond al een overvalwagen klaar voor Ben Ali Libi, de goochelaar. In 't concentratiekamp heeft hij misschien zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien met een lach en een smoes, een misleidend gebaar, Ben Ali Libi, de goochelaar. En altijd als ik een schreeuwer zie met een alternatief voor de democratie, denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar voor Ben Ali Libi, de goochelaar. Voor Ben Ali Libi, de kleine schlemiel, hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel. Uit: Je moet je op het ergste voorbereiden, Uitgeverij Bert Bakker 2003 |
Ben Ali Libi
|
|
Grammatica
Mijn zuster Ursula is goed in grammatica: zij kan er meer van dan ik er van ken. Kind, je weet niet wat een sufferd ik ben. Soms denk ik dat ik het eindelijk snap: Jan lijdend voorwerp in Jan krijgt een klap en Marie werkt toch mee in Marie krijgt een kus en Marie is het meewerkend voorwerp dus. Allemaal fout, volgens mijn zus. Mijn zuster Ursula is goed in grammatica: zij kan er meer van dan ik er van ken. Kind, je weet niet wat een sufferd ik ben. Soms denk ik dat het gemakkelijk is: zijn is gezegde in Jan eet zijn vis, was is het werkwoord in Ze is aan de was, pas is een bijwoord in Pas op je pas. Allemaal fout, mompelt de klas. Mijn zuster Ursula is goed in grammatica: zij kan er meer van dan ik er van ken. Soms denk ik dat ik een vondeling ben. Maar ik word later veel beter dan zij, want dan maak ik er bepalingen bij: bepaling van rottig, bepaling van leuk, bepaling van kriebel, bepaling van jeuk, bepaling van deling, bepaling van breuk, bepaling van botsing, bepaling van deuk. Mijn zuster Ursula is goed in grammatica: zij kan er meer van dan ik er van ken. Kind, je weet niet wat een sufferd ik ben. Uit: J.J. de Bom - 1979 |
DICTEES
Grouwe gebauwen, louwe thee, holadio, holadié, word je broer dominee? Heel gemakkelijk, zo’n dictee. Jan vermeid het komietee, holadio, holadié, en de mijd bleikt heel tevre, wat gemakkelijk, zo’n dictee. Heremejee... ik heb een twee. A-u, o-u, a-u-w, o-u-w of dubbel ee, word je broer moet met dt, wat een smerig rot-dictee. En ‘t zijn niet alleen dictees waar ik hier op school voor vrees: ook elk opstel dat ik schrijf staat van rooie strepen stijf. Streep toch niet zoveel meneer, anders durven wij niet meer, worden ons leven lang zelfs voor brieven schrijven bang. A-u, o-u, a-u-w, o-u-w of dubbel ee, d of t of een dt - stop ermee! Stop ermee! -------------------------------------- uit: 'De liedjes voor kinderen', 1977. |
|
|
Achterlangs
De meeste treinen rijden achterlangs het leven. Je ziet een schuurtje met een fiets ertegenaan. Een kleine jongen is nog op, hij mag nog even. Je ziet een keukendeur een eindje openstaan. Als je maar niet door deze trein werd voortgedreven, zou je daar zonder meer naar binnen kunnen gaan. Zodra de schemer was gedaald, was je niet langer meer verdwaald. En je ontmoette daar niet eens verbaasde blikken. Je zou toch komen? Iedereen had het vermoed. Ze zouden even haast onmerkbaar naar je knikken, want wie verwacht is wordt maar nauwelijks begroet. Je zou je zomaar aan hun tafel kunnen schikken en alle dingen waren plotseling weer goed. Zodra de schemer was gedaald, was je niet langer meer verdwaald. Je hoefde daar geen druppel alcohol te drinken, want grenadine zou smaken als cognac. Je zag het haardvuur achter micaruitjes blinken, er kwam een merel zitten zingen op het dak. En die paar mensen die je nooit hebt kunnen missen, kwamen daar binnen met een lach op hun gezicht. Je zou je voortaan nooit meer in de weg vergissen, je deed het boek van alle droevenissen dicht. Maar ach, de trein is doorgegaan en kilometers daarvandaan. |
"Arm Den Haag", op muziek van Harry Bannink, gezongen door Wieteke van Dordt:
Arm Den Haag, dat is toch erg, dat jij maar niet vergeten kan
de klank van krontjong en van gamelan (krontjong en gamelan, traditionele Javaanse muziek)
In het Indisch restaurant gonst het gesprek van alle kant:
tempo doeloe, tempo doeloe in dat verre, verre land. (tempo doeloe = de goed oude tijd)
Ach kassian. Het is voorbij. (kassian = medelijden, jammer)
Kassian. Het is voorbij.
Den Haag, Den Haag, de weduwe van Indië ben jij.
Ach kassian. Het is voorbij.
Kassian. Het is voorbij.
Den Haag. Den Haag. De weduwe van Indië ben jij.
Wij kunnen hier heus wel Indisch eten klaarmaken thuis.
sambal goreng telor, sajoer lodeh, tahoe petis. (sambal goreng = gebakken sambal, telor =ei)(sajour lodeh = groentengerecht), (tahoe petis = sojakoek met garnalensmaak)
Alleen de buren hebben het niet zo graag.
Wij kunnen hier ook heus wel tropische planten kopen.
Zoals bij voorbeeld kembang sepatoe. Dat noemen ze hier hibiscus.
Hibiscus! En canna's, gerbera's, orchideeën, varens.
Maar het staat hier in de huiskamer toch heel anders dan daar in de vrije natuur.
Trouwens, ze gaan toch allemaal dood bij de kachel.
Ach kassian. Het is voorbij
Kassian. Het is voorbij.
Den Haag, Den Haag, de weduwe van Indië ben jij.
Ach kassian. Het is voorbij.
Kassian. Het is voorbij.
Den Haag. Den Haag. De weduwe van Indië ben jij.
En weet u, ik heb thuis zo'n groot schilderij hangen.
Dat verbeeldt natuurlijk Indië, ja adoe, beeldig. (adoe = stopwoordje 'toe nou')
Beeldig!
Mooie groene sawah's. Klapperbomen. Een karbouw met zo'n kleine katjong op zijn rug, ja? En rechts een pahman met zeven van die leuke kleine bèbèks achter zich aan.
Maar weet u, het schilderij krijgt hier geen licht genoeg.
(sawahs = rijstvelden) (karbouw = waterbuffel) (katjong = inlands ventje) (pahman = inlandse man) (bèbèks = eendjes)
Weet u wat nog meer? Meneer Le Clerque-Zubli, hij komt ook nooit meer langs.
Ach kassian. Het is voorbij
Kassian. Het is voorbij.
Den Haag, Den Haag, de weduwe van Indië ben jij.
Ach kassian. Het is voorbij.
Kassian. Het is voorbij.
Den Haag. Den Haag. De weduwe van Indië ben jij.
Arm Den Haag, dat is toch erg, dat jij maar niet vergeten kan
de klank van krontjong en van gamelan (krontjong en gamelan, traditionele Javaanse muziek)
In het Indisch restaurant gonst het gesprek van alle kant:
tempo doeloe, tempo doeloe in dat verre, verre land. (tempo doeloe = de goed oude tijd)
Ach kassian. Het is voorbij. (kassian = medelijden, jammer)
Kassian. Het is voorbij.
Den Haag, Den Haag, de weduwe van Indië ben jij.
Ach kassian. Het is voorbij.
Kassian. Het is voorbij.
Den Haag. Den Haag. De weduwe van Indië ben jij.
Wij kunnen hier heus wel Indisch eten klaarmaken thuis.
sambal goreng telor, sajoer lodeh, tahoe petis. (sambal goreng = gebakken sambal, telor =ei)(sajour lodeh = groentengerecht), (tahoe petis = sojakoek met garnalensmaak)
Alleen de buren hebben het niet zo graag.
Wij kunnen hier ook heus wel tropische planten kopen.
Zoals bij voorbeeld kembang sepatoe. Dat noemen ze hier hibiscus.
Hibiscus! En canna's, gerbera's, orchideeën, varens.
Maar het staat hier in de huiskamer toch heel anders dan daar in de vrije natuur.
Trouwens, ze gaan toch allemaal dood bij de kachel.
Ach kassian. Het is voorbij
Kassian. Het is voorbij.
Den Haag, Den Haag, de weduwe van Indië ben jij.
Ach kassian. Het is voorbij.
Kassian. Het is voorbij.
Den Haag. Den Haag. De weduwe van Indië ben jij.
En weet u, ik heb thuis zo'n groot schilderij hangen.
Dat verbeeldt natuurlijk Indië, ja adoe, beeldig. (adoe = stopwoordje 'toe nou')
Beeldig!
Mooie groene sawah's. Klapperbomen. Een karbouw met zo'n kleine katjong op zijn rug, ja? En rechts een pahman met zeven van die leuke kleine bèbèks achter zich aan.
Maar weet u, het schilderij krijgt hier geen licht genoeg.
(sawahs = rijstvelden) (karbouw = waterbuffel) (katjong = inlands ventje) (pahman = inlandse man) (bèbèks = eendjes)
Weet u wat nog meer? Meneer Le Clerque-Zubli, hij komt ook nooit meer langs.
Ach kassian. Het is voorbij
Kassian. Het is voorbij.
Den Haag, Den Haag, de weduwe van Indië ben jij.
Ach kassian. Het is voorbij.
Kassian. Het is voorbij.
Den Haag. Den Haag. De weduwe van Indië ben jij.
Frekie – Willem
Wilmink, gezongen door Joost Prinsen
Wanneer 's middags om vier uur Onze schoolbel was gegaan En we gingen voetbal spelen Dan kwam Freek er altijd aan Frekie woonde in de buurt Maar zat niet op onze school 't Was een imbeciele jongen Een mongool Refrein: Frekie-Frekie He jongens daar is Frekie Meestal riep er iemand wel "Kom maar, Frekie, doe maar mee" Welke kant hij uit moest schoppen Daarvan had hij geen idee Maar we legden soms de bal Op twee meter van het doel En we riepen: "Schieten Frekie" En hij trok een ernstig smoel Refrein Als het raak was, dook de keeper Mooi naar de verkeerde kant En 't was goal, en dan was Frekie Kampioen van Nederland Mensen vinden Frekie zielig Maar dat is hij niet voor mij Want ik kende nooit een jongen Die zo blij kon zijn als hij Refrein --------------------------------------------------------------------------- |
Stratenmaker op zee show
Een poeplied
Honden! Poep niet op ons voetbalveld,
Wij hebben er narigheid van,
Als je moet schijten met alle geweld,
doe het thuis in de koekenpan!
Een poeplied
Honden! Poep niet op ons voetbalveld,
Wij hebben er narigheid van,
Als je moet schijten met alle geweld,
doe het thuis in de koekenpan!
Teksten: Willem Wilmink. Beeld: Francesca Vonck. Door Stichting Plint uitgegeven als mapje met 10 poëziekaarten.