![Foto](/uploads/2/4/9/9/24992533/9829140.jpg?247)
Het spook
Er was een spook dat spoken wou, maar bang was in het donker.
En als er 's nachts gedoold moest worden door het huis, dan klonk er
de hele tijd een stemmetje, 't kwam uit de hoek vandaan,
dat angstig vroeg: 'O, mag er alstublieft een lichtje aan?'
De mensen die daar sliepen werden wakker van 't geluid.
Ze lagen bevend in hun bed en durfden er niet uit,
behalve een klein meisje dat is opgestaan en toen
de gang op ging om voor het spook een lampje aan te doen.
--------------------------------------------------------------
uit: 'Wij zijn bijzonder. Misschien zijn wij een wonder' 2012.
Er was een spook dat spoken wou, maar bang was in het donker.
En als er 's nachts gedoold moest worden door het huis, dan klonk er
de hele tijd een stemmetje, 't kwam uit de hoek vandaan,
dat angstig vroeg: 'O, mag er alstublieft een lichtje aan?'
De mensen die daar sliepen werden wakker van 't geluid.
Ze lagen bevend in hun bed en durfden er niet uit,
behalve een klein meisje dat is opgestaan en toen
de gang op ging om voor het spook een lampje aan te doen.
--------------------------------------------------------------
uit: 'Wij zijn bijzonder. Misschien zijn wij een wonder' 2012.
![Foto](/uploads/2/4/9/9/24992533/1809277.jpg?292)
Hij slaapt
Hij slaap, deze vader. Ik leer hem kennen om
de sterkste en de beste heen. Zo stil en hulpeloos
op de bank, moegedaan, laatvermoeid, moegelaaid.
Zijn duim waar die gebleven was tussen
de bladzijden van het boek dat hij las. Welke regel
heeft te zwaar aan zijn wimpers gehangen?
Dat ik om hem heen sluip en de lampen uitdoe
is bescherming; de vijand heet beweging en geluid.
ik kus hem niet. Ik leg geen deken over hem heen.
Ik zorg zolang voor hem. Ik zit op een stoel,
kijk naar hem, houd de wacht, houd van hem.
Stil. Hij is van mij. Deze lieve kleine vader slaapt.
uit: van Lieshout, T. (2009) Hou van mij. Leopold. Blz. 75
Hij slaap, deze vader. Ik leer hem kennen om
de sterkste en de beste heen. Zo stil en hulpeloos
op de bank, moegedaan, laatvermoeid, moegelaaid.
Zijn duim waar die gebleven was tussen
de bladzijden van het boek dat hij las. Welke regel
heeft te zwaar aan zijn wimpers gehangen?
Dat ik om hem heen sluip en de lampen uitdoe
is bescherming; de vijand heet beweging en geluid.
ik kus hem niet. Ik leg geen deken over hem heen.
Ik zorg zolang voor hem. Ik zit op een stoel,
kijk naar hem, houd de wacht, houd van hem.
Stil. Hij is van mij. Deze lieve kleine vader slaapt.
uit: van Lieshout, T. (2009) Hou van mij. Leopold. Blz. 75
![Foto](/uploads/2/4/9/9/24992533/5732293.jpg?292)
Dood
Mijn vader ging dood – ik was toen zeven –
dat was heel erg, maar erger was:
die ochtend had ik hem geen kus gegeven.
Ik kwam die dag voor de eerste maal
van school thuis met een tien voor taal;
had hij geen dagje kunnen wachten?
Later ging ook nog mijn broertje dood.
Ik heb gehuild, kon hem niet missen,
‘k was toen al banger voor de dood.
Ik heb van hem een foto en angstig ben ik nog het meest,
dat als ik ouders word geen mens meer zien zal
dat wij broertjes zijn geweest.
En als er echt een hemel is en als ik daar dan woon,
dan is mijn vader net mijn broertje
en mijn broertje net mijn zoon
uit: van Lieshout, T. (2009) Hou van mij. Leopold. Blz. 10
Mijn vader ging dood – ik was toen zeven –
dat was heel erg, maar erger was:
die ochtend had ik hem geen kus gegeven.
Ik kwam die dag voor de eerste maal
van school thuis met een tien voor taal;
had hij geen dagje kunnen wachten?
Later ging ook nog mijn broertje dood.
Ik heb gehuild, kon hem niet missen,
‘k was toen al banger voor de dood.
Ik heb van hem een foto en angstig ben ik nog het meest,
dat als ik ouders word geen mens meer zien zal
dat wij broertjes zijn geweest.
En als er echt een hemel is en als ik daar dan woon,
dan is mijn vader net mijn broertje
en mijn broertje net mijn zoon
uit: van Lieshout, T. (2009) Hou van mij. Leopold. Blz. 10
Sonnet - Ted van Lieshout